De Tweede Kamer sprak op woensdag 30 januari met minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat over het besluit tot vrijgave van het Nationaal Wegenbestand (NWB). Kamerleden Lia Roefs (PvdA), Sander de Rouwe (CDA), Emile Roemer (SP) en Paul de Krom (VVD) van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat vuurden onder toeziend oog van een goed gevulde publieke tribune hun vragen af op de minister. De Tweede Kamer sprak op woensdag 30 januari met minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat over het besluit tot vrijgave van het Nationaal Wegenbestand (NWB). Kamerleden Lia Roefs (PvdA), Sander de Rouwe (CDA), Emile Roemer (SP) en Paul de Krom (VVD) van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat vuurden onder toeziend oog van een goed gevulde publieke tribune hun vragen af op de minister.
[b]Veel vragen[/b]
Roefs gaf aan dat de situatie niet rijp genoeg is om tot vrijgave over te gaan. Is de afweging tussen optimale toegankelijkheid en marktverstoring wel goed bekeken? Wat is precies de functie van het NWB binnen RWS? Kan het product ook door de markt geleverd worden? Daarnaast merkte Roefs op dat het Kadaster in haar meerjarenbeleidsplan spreekt over integratie van topografische bestanden met het NWB. Wat betekent dit precies? Roefs wees de minister op de samenhang van het vrijgeven van het NWB met de problematiek rondom vrachtwagens die op dit moment door hun navigatiesystemen door dorpskernen worden geleid. Roefs vroeg de minister om een brief aan de Tweede Kamer te schrijven met de nu nog ontbrekende overall visie.
De Rouwe vond openbaarheid van publieke bestanden in principe goed omdat de informatie reeds gefinancierd is door de belastingbetaler. Hij wees er wel op dat het binnen de kaders van privacy moet blijven. Omdat de gegevens verband houden met een publieke taak zal dit volgens hem niet leiden tot concurrentieproblemen. Hij verwachtte dat innovatie juist zal toenemen door concurrentie. De nu gestelde overgangstermijn van twee jaar leek hem redelijk. De stroom van brieven die de vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat heeft ontvangen onderschrijft wel het belang van het onderwerp. De Rouwe is van mening dat de overheid juridische problemen kan ondervinden i.v.m. de claim van TNTPost/Cendris dat er postcode-informatie in het NWB zit, waarvoor RWS alleen een licentie voor intern gebruik heeft. De Rouwe geeft aan dat RWS zich moet beperken tot haar kerntaak, en vroeg zich af of het verzamelen van gegevens daartoe behoort. Het toevoegen van Points of Interest (POIs) in ieder geval niet. Evenals Roefs vroeg hij zich af hoe de minister de hiermee samenhangende problematiek rondom sluiproutes voor vrachtwagens door dorpskernen gaat aanpakken.
Roemer zei dat het hier gaat om een praktisch probleem. Vrijgave kan leiden tot marktverstoring. Vrijgave kan volgens hem ook leiden tot kwaliteitsverlaging. Hij vroeg de minister te reageren op de rapportage van de Stichting Onderzoek Navigatiesystemen waaruit de gevaren van navigatiesystemen blijken. Volgens Roemer is de huidige situatie inefficiënt. Moet de overheid deze kaart zelf wel maken als ze die op de markt kan inkopen? Als de minister toch tot vrijgave besluit moet dit volgens Roemer zorgvuldig gebeuren, zonder kwaliteitsverlies en marktverstoring. Roemer vreesde dat vrijgave zal leiden tot navigatiesystemen van slechte kwaliteit ‘die je voor € 7,50 bij het Kruidvat kunt kopen’. De overheid moet zich beperken tot wat zij zelf nodig heeft, maar wel kwaliteitseisen neerleggen bij producten uit de markt.
Commissievoorzitter De Krom sloot zich aan bij de PvdA. Het besluit om vrij te geven is volgens hem prematuur. De beschikbare informatie is niet toereikend om dit besluit te nemen. De belangen van de belastingbetaler, openheid en transparantie, staan haaks op die van de gevestigde commerciële partijen. Is de minister het nog steeds eens met de beleidslijn ‘Markt, tenzij’? Waarom verzamelt de overheid deze informatie nog terwijl commerciële partijen het beter en efficiënter kunnen? Waarom wordt juist nu tot vrijgave overgegaan? Welke concrete signalen zijn er dat andere marktpartijen dit bestand willen hebben? Wat is de hoogte van de geleden schade voor gedupeerden? De Krom wilde graag feiten en cijfers ter onderbouwing zien. De Krom wees ook nog op de precedentwerking. Welke andere bestanden zouden in openbaarheid moeten komen? Tevens is De Krom bang dat Brussel deze vrijgave als een verkapte staatssteun zou kunnen aanmerken. Evenals Roefs wees De Krom op het meerjarenbeleidsplan van het Kadaster en de samenhang met de voorgenomen vrijgave.
[b]De minister verweert zich[/b]
Na een beraad met zijn ambtenaren van enkele minuten gaf Eurlings aan dat er drie elementen in de discussie zitten die gescheiden moeten worden bekeken. (1) Hoe voorkomen we sluiproutes door dorpskernen o.b.v. navigatiedata, (2) wat is de noodzakelijkheid voor RWS voor het hebben en zelf bijhouden van een bestand als NWB en (3) waarom is RWS voornemens om dit bestand te delen. Eurlings lichtte toe dat de discussie rondom vrijgave versterkt is door een tweetal WOB verzoeken die begin 2006 werden ontvangen, van AND en de Fietsersbond. Het uiteindelijke doel van RWS is een betere bereikbaarheid. Het NWB geeft hier invulling aan en is van belang voor wegbeheerders om hun werk goed te kunnen doen. De historie van het bestand ligt in de ongevallenregistratie. Eurlings zei verder dat de Europese Richtlijn Inspire ook ‘transport networks’ noemt als onderdeel van een informatie infrastructuur. Vrijgeven past in huidige Nederlandse en Europese beleid. De minister was van mening dat er zorgvuldig is gehandeld. Hij heeft eind 2006 advies gevraagd van een onafhankelijke commissie, die belanghebbenden heeft gehoord. Het advies van de commissie luidde dat vrijgave kan plaatsvinden, met een geadviseerde overgangstermijn van twee jaar. In mei 2007 heeft de minister daarom het besluit genomen dat het NWB kan worden vrijgegeven, vanaf 1-1-2009 met recht op hergebruik, om marktpartijen in staat te stellen zich voldoende voor te bereiden. Op dit besluit is bezwaar gemaakt door Falkplan-Andes. Dit heeft geleid tot een hoorzitting in oktober 2007. De minister wint op dit moment aanvullend advies in over marktverstoring en de schade voor het bedrijfsleven bij vrijgave van het NWB. Zodra dit onderzoek is afgerond verwacht de minister in februari beslissing te nemen op dit bezwaar. Hij zal de Kamer daarover direct informeren. Daarna staat natuurlijk altijd de mogelijkheid van beroep bij bestuursrechter open. Zolang de procedure nog niet is afgerond zal er geen vrijgave plaatsvinden.
Eurlings wees er met nadruk op dat het NWB zoals het nu is niet kan concurreren met commerciële bestanden omdat het slechts een basisbestand is. Er moeten veel slagen overheen voordat het zo uitgebreid is als commerciële bestanden. De minister gaf verder aan dat met de 3fte die nu binnen RWS bezig zijn met het beheren van het bestand zelf maken efficiënter is dan inkopen. Daarnaast volgen vele landen in Europa deze lijn van vrijgeven. Nederland is niet uniek. Roemer wilde weten hoe de door de minister genoemde 3 fte zich verhouden tot de 20-25 medewerkers die Falkplan-Andes in haar brief noemt. Wat is nu het complete plaatje? De minister houdt vast aan 3 fte en gaf aan dat het onderliggende wegennet door beheerders van secundaire wegen wordt aangeleverd. Het issue van TNTPost wuifde de minister eenvoudig weg door te zeggen dat het NWB geen postcodes bevat. Eurlings zei nogmaals dat hij ten allen tijden getracht heeft zorgvuldig te handelen. De reactie op een WOB verzoek is in principe altijd ‘ja’ tenzij er significante bezwaren zijn. Deze waren er volgens hem niet. Wel hield de minister een slag om de arm: alles wat hier gezegd wordt is onder voorwaarde van de uitkomst van de bezwarenprocedure.
Eurlings lichtte toe dat de beleidslijn ‘naar optimale toegankelijkheid van overheidsinformatie’ niet ineens uit de lucht is komen vallen. Dit speelt al jaren. Privacy issues zijn volgens de minister niet aan de orde. Het gaat om een bestand met lijntjes en huisnummerreeksen, het bevat geen persoonsgegevens. Met betrekking tot compensatie wees de minister op de kenbaarheidstermijn van twee jaar, waardoor bedrijven voldoende kunnen voorsorteren. De markt voor navigatiesystemen is dusdanig turbulent dat langer dan twee jaar wachten niet op zijn plaats is. De minister zei dat het NWB louter uit wegen en wegkenmerken bestaat. In tegenstelling tot eerdere berichten van RWS onthulde de minister dat RWS het bestand gaat aanvullen met doorrijhoogtes. Deze horen bij het vrij te geven bestand. POIs worden niet toegevoegd. Het bestand is precies zo breed dat het voor de eigen interne bedrijfsvoering van RWS bruikbaar is.
Roemer wilde nog uitleg van de minister over het gerucht dat het NWB op al internet heeft gestaan en daar ook al is gedownload, waardoor het nu circuleert. Een onzorgvuldigheid met schadegevolg. De minister was hiermee niet bekend, maar zegde toe dit nader uit te zoeken. Vrijgave met recht op hergebruik vindt volgens de minister pas als de procedure volledig is afgerond, en dan op z’n vroegst op 1 januari 2009. De minister geloofde niet dat vrijgave leidt tot ‘Kruidvatproducten’. Om het NWB nu te kunnen gebruiken zijn nog vele slagen nodig. Marktpartijen in concurrentie drijven volgens hem de kwaliteit juist op. De minister zegde toe een reactie op het onderzoek van de Stichting Onderzoek Navigatiesystemen mee te nemen brief aan de Tweede Kamer. De minister is niet bekend met de plannen van het Kadaster op dit gebied, maar zegde toe dit nader te onderzoeken.
[b]Overtuigd[/b]
Na de uitleg van de minister leek het merendeel van de commissie meer overtuigd door de argumentatie van de minister om de productie van het bestand in eigen huis te houden en de noodzaak tot vrijgave. De Rouwe en Roemer gaven aan dat de minister wel zorgvuldigheid en consistentie moet betrachten en dat er niets kan worden vrijgegeven voordat de procedure volledig is afgerond. Ook werd het voorbehoud gemaakt dat uit de uitkomst van het nu lopende onderzoek inderdaad nog zal moeten blijken dat de marktverstoring niet substantieel is. Alleen de VVD was er niet van overtuigd dat het ‘zelf bijhouden’ in huis moet gebeuren. De Krom wilde dat de minister nader ingaat op de kosten en baten van die vraag, los van de mening dat ‘RWS vindt dat ze het zelf moeten doen’. De minister zegde een kosten-baten onderzoek toe.