Op maandag 7 juli jl. spraken het Kadaster en leden van GeoBusiness Nederland over de samenwerking tussen Kadaster en bedrijfsleven op het gebied van tariefstelling, dienstverlening en markt-overheid. Meer transparantie, vaker en beter overleg en het uitwerken van samenwerkingsmodellen tussen Kadaster en bedrijfsleven waren de belangrijkste conclusies van de middag. Niet de vraag [i]of[/i] er moet worden samengewerkt, maar de vraag [i]hoe[/i] stond centraal. Op maandag 7 juli jl. spraken het Kadaster en leden van GeoBusiness Nederland over de samenwerking tussen Kadaster en bedrijfsleven op het gebied van tariefstelling, dienstverlening en markt-overheid. Meer transparantie, vaker en beter overleg en het uitwerken van samenwerkingsmodellen tussen Kadaster en bedrijfsleven waren de belangrijkste conclusies van de middag. Niet de vraag [i]of[/i] er moet worden samengewerkt, maar de vraag [i]hoe[/i] stond centraal.
Aanleiding voor de bijeenkomst was een inventarisatie door GeoBusiness Nederland van de knel- en verbeterpunten die de bedrijven signaleren bij de verstrekking van vastgoedinformatie door het Kadaster op het gebied van tariefstelling, dienstverlening en markt-overheid verhoudingen. Na eerdere besprekingen tussen Kadaster en GeoBusiness is een tweetal gecombineerde werkgroepen in mei/juni 2008 aan de slag gegaan om de onderwerpen tariefstelling en dienstverlening verder uit te werken.
Tijdens de constructieve, goedbezochte bijeenkomst deelden RvB Kadaster voorzitter Dorine Burmanje en GeoBusiness voorzitter Jurgen ten Siethof de mening dat het Kadaster en het geo-bedrijfsleven veel meer partners-in-business zouden moeten zijn. Niet de vraag of er moet worden samengewerkt, maar de vraag hoe kan worden samengewerkt stond centraal. Ten Siethof gaf een toelichting op het ‘wensenlijstje’ van de bedrijven en deed aan de hand van het ‘slanke Deense model’ een aantal suggesties voor de werkwijze van het Kadaster. Burmanje lichtte de ambities van het kadaster toe, zowel op het gebied van de rechtszekerheid als op andere wettelijke taken (o.m. KLIC, BAG, WKBP), en gaf aan bereid te zijn te zoeken naar nieuwe constructies en mogelijke rollen van het bedrijfsleven daarin.
Frederieke Leeflang van juristenkantoor Boekel De Nerée ging vervolgens in op de markt-overheid uitgangspunten uit het wetsvoorstel tot aanpassing van de Mededingingswet ter invoering van gedragsregels voor de overheid
en de wijze waarop die op de relatie tussen Kadaster en bedrijfsleven van toepassing zijn. Vragen n.a.v. haar presentatie spitsten zich vooral toe op de begrippen ‘wettelijke taak’ en ‘overheidsinformatie’ en wie uiteindelijk bepaalt wat daar wel of niet onder valt. Een handreiking van het ministerie van Economische Zaken zal uitsluitsel geven over het begrip ‘integrale kosten’. In het uiterste geval kan de NMa om een uitspraak worden gevraagd.
Na de pauze werden aan de hand van stellingen de bevindingen van de twee werkgroepen besproken. Op het gebied van tariefstelling werd vurig gediscussieerd over de voor- en nadelen van royalty- en (gecertificeerde) reseller-modellen en de mogelijkheid van het opnemen van een experimenteerbepaling in de gebruiksvoorwaarden van kadastrale data. De werkgroep dienstverlening gaf aan graag stappen te willen zetten in het proces om te komen tot webservices op de kadastrale database. Een webservice maakt het mogelijk om op afstand (meestal over het Internet) een dienst op te vragen aan een server, bijvoorbeeld het maken van een berekening of het leveren van gegevens. Daarbij was wel duidelijk dat er een grijs gebied is tussen het aanbieden van een webservice en het in concurrentie aanbieden van een (halffabricaat)product. Burmanje gaf aan dat in zulke gevallen gezamenlijk bekeken moet worden waar ieders rol precies ligt.
De conclusies waar de deelnemers mee naar huis gingen, zijn:
• De werkgroepen ronden op basis van de nieuwe inzichten uit het werkseminar hun bevindingen af, waarna een uitwerking van samenwerkingsmodellen, b.v. in een partnerprogramma plaats kan vinden;
• Kadaster en GeoBusiness zijn voornemens een ontmoetingsstructuur vast te leggen en deze breed te organiseren;
• Transparantie van twee kanten; aan de ene kant moeten beleidsvoornemens van het Kadaster beter bij de bedrijven terecht komen. Aan de andere kant is het voor het Kadaster van belang te weten waar de bedrijven tegenaan lopen.
