VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij met de extra verruiming van de PFAS-normenvoor het grondverzet die staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat woensdag in een brief aan de Tweede Kamer heeft aangekondigd. Die verruiming houdt in dat voor alle toepassingen de onwerkbare norm van 0,1 microgram/kg verdwijnt, evenals het verschil in regels tussen grond en bagger. Ook de PFAS-normen voor landbodems worden verder verruimd.
De ondernemingsorganisaties verwachten dat nu nagenoeg alle grondverzet op korte termijn weer op gang kan komen. Voor veel van onze leden is dit goed nieuws!
Op donderdag 25 juni 2020 namen ruim 55 mensen deel aan de hybride zomer ALV. Na het officiële gedeelte was er een interessant tweegesprek met Jacco Vonhof (directeur MKB Nederland) en onze voorzitter Ed Nijpels.
Jacco Vonhof gaf ons een interessant inzicht in de activiteiten van MKB-NL en zijn gesprekken met de regering en de verschillende ministeries tijdens de coronacrisis. Ook werd er besproken hoe het gaat met de geo-sector tijdens de coronacrisis, en waar onze zorgen liggen op de midden lange en lange termijn.
Op 26 juni 2020 organiseert de TU Delft de Geomatics Day, waar studenten de resultaten van hun onderzoek in opdracht van een externe cliënten presenteren en een aantal bedrijven een kijkje geven in hun geo-innovatie keuken.
Dit jaar is Geomatics Day helemaal online en gratis toegankelijk. Leden van GeoBusiness NL zijn van harte uitgenodigd het Webinar bij te wonen.
De coronacrisis slaat nog altijd ongenadig hard toe in het bedrijfsleven. Dat blijkt uit de 3e enquête van MKB-NL en VNO-NCW onder haar leden. Meer dan een derde van de bedrijven houdt het zo niet langer dan drie maanden vol en bijna 20 procent kan niet aan zijn financiële verplichtingen voldoen. Tegelijk neemt in een aantal sectoren het vertrouwen heel voorzichtig weer wat toe. Dat blijkt uit een enquête onder brancheorganisaties die zijn aangesloten bij MKB-Nederland en VNO-NCW.
Voorzichtig herstel
Nog altijd 93 procent van de branches verwacht een negatief effect van de coronacrisis op de lange termijn, zo laat de enquête van de ondernemersorganisaties onder 112 brancheorganisaties zien. Het is voor de derde maand op rij dat zij hun leden hebben ondervraagd.
Voor de korte termijn zijn er voor het eerst in maanden tekenen van een voorzichtig herstel in vertrouwen zichtbaar. Het tweede noodpakket en de versoepeling van maatregelen bieden voor veel branches weer wat perspectief. Waar vorige maand 60 procent van de branches aangaf dat bedrijven het niet langer dan drie maanden zouden volhouden, is dit percentage nu gedaald tot 35. Het deel dat het langer dan zes maanden met de huidige maatregelen voorziet vol te houden, stijgt licht van 20 naar 32 procent.
Helft heeft financiering nodig
Het aantal brancheverenigingen met bedrijven in acute financiële problemen is wat gedaald. 19 Procent van de bedrijven kan momenteel niet aan zijn financiële verplichtingen voldoen, ten opzichte van 33 procent eind april en 65 procent in maart. Niettemin geeft bijna de helft van de branches aan dat er nog altijd behoefte is aan extra financiering om de gevolgen van de crisis het hoofd te bieden. Een punt van zorg blijft het aantal branches met een moeilijke (14 procent) of beperkte (56 procent) toegang tot financiering.
Omzetdaling zorgelijk
Qua omzet is de situatie in veel branches nog altijd zorgelijk. Een derde kampt met omzetdalingen van 40 tot 100 procent en dat is nauwelijks anders dan een maand geleden. De verwachtingen voor de komende drie maanden zijn wel iets gunstiger, al voorziet ongeveer driekwart van de branches ook dan nog een daling.
Het percentage bedrijven dat een zeer sterke daling van de werkgelegenheid voorziet, was eind maart nog 42 procent en is nu afgenomen tot 19 procent. Zo’n 40 procent van de branches voorziet nog wel steeds een beperkte afname in het aantal banen.
Steunmaatregelen hard nodig
De noodmaatregelen van het kabinet blijven hard nodig voor de meeste branches. Het gebruik stijgt dan ook licht. Een toenemend aantal bedrijven maakt gebruik van de maatregelen uit het tweede noodpakket. Voor 60 procent van de branches is de NOW 2.0 een goede en passende regeling. Voor vele is het echter nog onduidelijk in hoeverre de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) hun leden gaat helpen. De meest passende steunmaatregel is en blijft volgens de branches het uitstellen van belastingbetaling. De enquête laat verder zien dat 30 tot 50 procent van de branches de lopende regelingen nog steeds onduidelijk vindt. Dat percentage blijft sinds eind maart gelijk.
Investeringen onder druk
Ondanks het lichte herstel van vertrouwen staan de investeringen nog altijd enorm onder druk. Meer dan helft van de branches voorziet nog steeds een grote tot heel grote terugloop van de voorgenomen investeringen. Dat is een zorgelijke ontwikkeling met het oog op de herstel- en groeikracht van bedrijven.
Het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe datum voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Met de datum van 1 januari 2022 willen zij extra tijd en ruimte bieden voor een goede invoering van de wet. Dat meldt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan beide Kamers.
In een gezamenlijke verklaring bij de Kamerbrief onderschrijven het Rijk en de koepels dat de nieuwe datum voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet wenselijk en realistisch is.
Het Rijk en de koepels hebben zorgvuldig gekeken naar de voortgang van de wet- en regelgeving, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de implementatie van de Omgevingswet. Hierbij zijn zij niet over één nacht ijs gegaan. Er kan immers maar één keer goed gestart worden met de Omgevingswet.
Alle partijen zien de voordelen van de Omgevingswet en zetten zich in voor een spoedige en zorgvuldige inwerkingtreding. Overheden hebben de Omgevingswet namelijk nodig om complexe en urgente maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en klimaatadaptatie, beter het hoofd te kunnen bieden. Daarnaast is een eenvoudiger en gebruiksvriendelijker stelsel voor het omgevingsrecht ook in het belang van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
Minister Ollongren: “De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de ontwikkeling en implementatie van de Omgevingswet. Het is belangrijk dat we deze energie vasthouden en ook de komende tijd voortvarend blijven doorwerken aan de wet waarmee iedereen vanaf januari 2022 eenvoudiger aan de fysieke leefomgeving kan werken.”
GeoBusiness Nederland heeft zich aangesloten bij een grote coalitie van brancheorganisaties die pleit voor de invoering van een ‘Deel- en Omscholings-NOW’.
GeoBusiness Nederland heeft zich aangesloten bij een brede coalitie van brancheorganisaties die aandacht vraagt voor de laat-cyclische effecten van de crisis, dus over 6 tot 12 maanden. Onder aanvoering van Techniek Nederland, met onder meer Bouwend Nederland, FME en Aannemersfederatie Nederland (AFNL), werd op 14 mei 2020 dit voorstel in een brief aangeboden aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarin vragen wij om aangepaste NOW-regelingen vanaf 1 september voor bedrijven in de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche. De nieuwe regelingen moeten werknemers in staat stellen om de tijd die ze niet kunnen werken te besteden aan bijscholing (Deel-NOW) of omscholing (Omscholings-NOW).
Hier volgt het persbericht van Techniek Nederland.
Aanvulling op de huidige NOW
De huidige NOW-regelingen zorgen ervoor dat werkgevers een deel van de loonkosten vergoed krijgen voor werknemers waarvoor nu minder of geen werk is. Met de Deel- en Omscholings-NOW willen de werkgevers ervoor zorgen dat zij met behulp van bijscholing en omscholing technische vakmensen kunnen behouden en nieuwe vakmensen uit krimpsectoren kunnen aantrekken.
Sterke vraaguitval na de zomer
De brancheorganisaties voor de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche verwachten de echte klap van de crisis pas na de zomervakantie. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland voorziet een aanzienlijke vraaguitval: ‘In het derde en vierde kwartaal van dit jaar en in de eerste helft van 2021 zullen bedrijven minder bereid zijn om te investeren. Bovendien neemt het consumentenvertrouwen af. Daarom is het belangrijk dat er ook straks nog steun van de overheid beschikbaar is.’
Werknemer staat voorop
De Deel- en Omscholings-NOW is bedoeld om werknemers te behouden voor de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche. Daarnaast willen de werkgevers de instroom bevorderen vanuit branches met een minder gunstig arbeidsmarktperspectief. De brancheorganisaties willen bijvoorbeeld mensen opleiden voor het ontwerpen en toepassen van duurzame energietechnieken en voor digitale en technologische innovaties. Doekle Terpstra: ‘De komende jaren moeten tienduizenden vakmensen met green skills de energietransitie in ons land mogelijk maken. De talenten die daarvoor nodig zijn, moeten niet verloren gaan door de coronacrisis.’
Deel-NOW
Bedrijven die te maken krijgen met forse vraaguitval ontvangen in deze periode een gedeeltelijke loonkostenvergoeding voor werknemers voor wie zij minder werk hebben. Deze werknemers benutten de tijd die zij niet werken voor bijscholing of een vakopleiding. Die bijscholing wordt voor een deel gefaciliteerd vanuit een bedrijfstakplan of andere scholingstrajecten. De deel-NOW zou moeten regelen dat ook de overheid bijdraagt aan de bijscholing.
Omscholings-NOW
Een Omscholings-NOW kan werknemers in bedrijfstakken met een minder gunstig toekomstperspectief de mogelijkheid bieden om zich te kwalificeren voor een baan in een meer kansrijke sector. In de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche zijn de vooruitzichten voor ná de coronacrisis onverminderd positief. Bedrijven in deze sectoren zijn onmisbaar om de gebouwde omgeving en de infra te verduurzamen, de woningnood te verminderen, waterveiligheid te borgen, innovatieve apparatuur te ontwikkelen en de digitalisering te bevorderen. Naar verwachting zal hier binnen afzienbare tijd opnieuw een tekort ontstaan aan (technische) vakmensen. De Omscholings-NOW kan daarin voorzien. Overigens kan de regeling ook worden ingezet voor omscholing binnen een bedrijfstak.
Brede steun voor de voorstellen
Een groot aantal brancheorganisaties ondersteunt het voorstel aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Behalve Techniek Nederland, Bouwend Nederland, FME en Aannemersfederatie Nederland zijn dat Nederlandse Vereniging voor Afbouwbedrijven (NOA), Koninklijke OnderhoudNL, Cumela, Vereniging van Waterbouwers, GeoBusiness Nederland, Federatie Technologiebranches (FHI), NVKL en Branchevereniging Nederlandse architectenbureaus (BNA). Deze branches vertegenwoordigen in totaal ruim 23.000 bedrijven met 775.000 werknemers en meer dan 200 miljard euro omzet.
De overheid heeft samen met brancheverenigingen uit de bouw en infra een gemeenschappelijke verklaring opgesteld: Samen doorbouwen aan Nederland. De verklaring komt voort uit de gesprekken die minister Ollongren van BZK met de betrokken partijen voerde om de impact van het coronavirus op de sector en de Nederlandse economie te beperken. Dit is een initiatief van de ministeries van BZK en IenW. Uiteraard onderschrijft GeoBusiness NL deze verklaring. Vandaag is er een update verschenen met onze vereniging als een van de ondersteunende organisaties.
Op 1 april 2020 heeft minister Stientje van Veldhoven voor Milieu en Wonen aan de Eerste en Tweede Kamer laten weten dat de invoering van de Omgevingswet (OW) meer tijd kost dan verwacht. De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de OW. De minister verwacht in mei 2020 met een nieuwe datum te komen. Het uitgangspunt is om de vertraging zo kort mogelijk te houden. Daarvoor moet de nodige informatie verzameld en geanalyseerd worden. GeoBusiness NL is gevraagd om hierover mee te denken.
Op donderdag 16 april 2020 is er vanuit GeoBusiness NL een notitie gestuurd naar alle stakeholders en partners uit de overheid met betrekking tot de omgevingswet. In deze notitie geven wij verder invulling aan ons advies van een geleidelijke overgang, waarbij wij uitgaan van een realistische invoeringsdatum op 1 januari 2022.
Op 8 april 2020 heeft overleg plaatsgevonden tussen minister Van Veldhoven voor Milieu en Wonen en de koepels van gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en provincies (IPO) over het proces om een nieuwe datum voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet te bepalen. Het streven is om in mei 2020 met een nieuwe datum te komen.
Het uitgangspunt is om de vertraging zo kort mogelijk te houden en om uiteraard tot een realistische, nieuwe datum voor de inwerkingtreding te komen. Daarvoor moet de nodige informatie verzameld en geanalyseerd worden. Het gaat onder andere om een voortgang van de realisatie van de laatste technische functionaliteiten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de uitkomsten van de voortgangsmonitor. Oorspronkelijk zou voor de zomer worden gekeken naar de haalbaarheid van de eerder geplande datum van 1 januari 2021 voor inwerkingtreding van de wet.
Het SVB-BGT is bezig met het maken van een modelbestek voor de bijhoudingswerkzaamheden voor de BGT en de BAG-geometrie. Inmiddels is het zover dat de tekst voor dit modelbestek nagenoeg klaar is. Het SVB-BGT heeft hierover ook al een sessie met bronhouders gehad.
De volgende stap is nu om het modelbestek ook met een vertegenwoordiging van de geobedrijven bespreken. GeoBusiness Nederland is gevraagd hiervoor een review-groep samen te stellen. Indien je hier aan mee wilt doen dan kun je je aanmelden bij Anke van Dellen (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)
Meer over het modelbestek:Dit modelbestek is opgesteld door het SVB-BGT. Het dient ertoe bronhouders te ondersteunen bij de uitbesteding van werkzaamheden die nodig zijn voor de bijhouding van de BGT en de BAG-geometrie. Het modelbestek geeft een procesbeschrijving, stelt eisen en beschrijft welke controles uitgevoerd moeten worden. Het beoogt bronhouders te helpen met het bijhouden van een kwalitatief hoogwaardige registratie die voldoet aan de wettelijke eisen van de BGT.
Het modelbestek biedt ook helderheid bij opdrachtnemers. Zij weten wat ze kunnen verwachten als er werkzaamheden worden ingekocht op basis van dit bestek.
Het modelbestek is een hulpmiddel voor bronhouders van de BGT. Zij kunnen dit bestek gebruiken als onderdeel bij de inkoop van bijhoudingswerkzaamheden. Het bestek beoogt een duidelijke beschrijving te bieden van de volgende aspecten:
de eisen die gesteld worden aan de werkzaamheden;
de werkprocessen die gevolgd moeten worden;
de controles die door de opdrachtgever moeten worden uitgevoerd.
Het modelbestek gaat nadrukkelijk niet in op inkoopvoorwaarden etc.